De kleine schilder

IMG_3997A

Stilletjes zit hij te schilderen op de hoek van de vuilcontainer in de haven van Piraeus. Het restje verf in het plastic bekertje heeft hij aangelengd met wat water. Met rode blossen op zijn wangen zet hij zijn penseelstreken, voortbordurend op het schilderwerk dat gemaakt werd door veertig of vijftig kinderen. Af en toe prevelt hij iets in zichzelf. Aan zijn gezichtsuitdrukking zie ik dat hij even niet hier is, niet in dit geïmproviseerde tentenkamp waar duizenden vluchtelingen verblijven. Hij is afgereisd naar zijn droomwereld.

Toen de lap karton uitrolde op de parkeerplaats, tussen de rijen tenten en de chemische toiletten, de verf en de penselen tevoorschijn kwamen, piepte uit alle hoeken en gaten een zwerm kinderen tevoorschijn, die om en op het karton plaats namen. Een Syrische oma kwam er ook bijzitten met haar twee kleinkinderen. Haar vrolijke gezicht en de twinkeling in haar ogen verrieden dat ze zelf ook graag even zou schilderen. Een Afghaanse vader, met op iedere knie een piepklein meisje, wist een plekje te veroveren aan de rand van het karton. Een uur lang werd er geschilderd, gemengd, geklodderd en gekibbeld. Het is relatief veilig voor de kinderen in de haven. Toch ligt trafficking overal op de loer. In Europa worden naar schatting   10.000 vluchtelingenkinderen vermist, waarmee het vasteland veel gevaarlijker is dan de tocht over de Middellandse zee.

Verderop is een blonde twintiger, met een lange vlecht die over haar schouder ligt, gaan zitten op het beton tussen de tenten. Om haar heen dromt een groepje kleine meisjes. Als ik dichterbij kom zie ik wat haar geheim is: een piepklein flesje felroze nagellak, waarmee ze kleine nageltjes opfleurt. Het enige geïnteresseerde jongetje, dat niet mocht meedoen met de nagelververij, verzon zelf een oplossing: met wat verf uit een plastic bekertje maakte hij zijn nagels groen.

Twee opgeschoten jongens bekijken het tafereel met een brede glimlach. Een paar dagen geleden zijn ze met een schip van het eiland Samos  gekomen, waar ze in een detentiecentrum zaten, sinds de deal over vluchtelingen van de EU met Turkije werd  gesloten. Het eten was er vreselijk slecht.Eigenlijk was alles er verschrikkelijk, maar toch vonden ze het ergst dat ze zaten opgesloten.”Nu zijn we vrij”, lacht de langste van de twee en strekt beide armen wijd uit naar de strakblauwe lucht, “we wachten hier tot de grenzen open gaan. Misschien duurt het een maand, zes maanden of zelfs een jaar, maar dat maakt niet uit. Het is hier goed.”

Hoelang het vrije leven van de jongens hier in de haven zal duren, is nog maar de vraag. Sotiris, die zich met een enorm netwerk van vrijwilligers inzet voor vluchtelingen, gaat met een tolk van tent naar tent,  in zijn ene hand een lijst waarop asielzoekerscentra staan, in zijn andere hand wappert een aantrekkelijke foto van een splinternieuw kamp. Want het provisorische tentenkamp in de haven moet verdwijnen voor het toeristisch seizoen begint. Sinds de Balkanroute potdicht zit, net nu er zoveel gezinnen met kinderen komen, strandden er bijna 5000 mensen in de haven van Piraeus. Ze bivakkeren al weken, soms maanden, in iglotentjes of op slechts een grijze deken in een schemerig pakhuis. Doorreizen naar het noordelijke kamp Idomeni aan de grens van Griekenland met Macedonië  is nu zinloos: ook daar zitten duizenden vluchtelingen klem, in een kamp dat berekend is op slechts 1500 mensen. Sotiris witte haar waait alle kanten uit. “De meesten zijn bang dat hun papieren niet in orde zijn en ze bij aankomst in een asielzoekerscentrum alsnog worden uitgezet”, vertelt hij. Het gros van de vluchtelingen weigerde te vertrekken en de eerste bussen, die gestuurd werden om vluchtelingen op te pikken, gingen vrijwel leeg weer weg.”Vandaag kun je nog kiezen naar welk kamp je wilt gaan”, probeert Sotiris een groepje mannen over de streep te trekken, “morgen wordt er voor je gekozen”. Een jong gezinnetje, de vrouw hoogzwanger, tekent voor een van de veertien nieuwe kampen. Hun hele hebben en houwen zit al in de tassen die  zwaar op hun rug hangen.

Ineens loopt iedereen uit het tentenkamp richting de kade. Daar staan twee witte plastic tafels klaar. Etenstijd. Vrijwilligers hijsen enorme pannen op de wankele tafels, die schier bezwijken onder het gewicht. Balen brood en flesjes water worden aangesleept. Een Syrische jongen maant alle afnemers luid in het Arabisch dat mannen en vrouwen zich in verschillende rijen moeten opstellen. In een rap tempo scheppen de vrijwilligers  honderden borden vol. Zodra er gedrongen wordt in de rij, wordt de uitdeling abrupt gestaakt. Maar dan gaat de ploeg weer opgewekt weer verder.

Een man vooraan in de rij, staat druk te Appen. “Your girlfriend?”, vraagt de struise Griekse, die de borden eten uitdeelt. “No,no, it’s my mother”, antwoordt hij een beetje verlegen. “Your mother?”, roept de Griekse plagend en ze lacht klaterend. Rondom de tafel en in de rij wordt ongedwongen mee gelachen. Het is alsof even iedereen verbonden is door de vrolijkheid op de kade. De lach filtert, als een zuiverende kracht, de ellendigheid uit dit tafereel van rijen wachtende mensen. Wachtend op een bord eten, wachtend tot de grenzen open gaan, wachtend, op wat noodgedwongen hun volgende station zal zijn…

De kleine dromer zit nog steeds te schilderen. Zijn moeder staat naast hem met een bord eten. Ze roept hem, maar de kleine is nog niet van plan om terug te keren naar de werkelijkheid. Ze glimlacht naar me, trots op haar zoon.”Hij is pas vier”, vertelt ze, en steekt vier vingers op. Ze zijn hier net aangekomen. Ze hadden de noordelijke grens met Macedonië al bereikt, maar strandden in het bomvolle, chaotische kamp Idomeni. Toen  honderden vluchtelingen de gesloten grens probeerden over te steken en de Macedonische politie traangas, flitsgranaten en rubberkogels inzette – in een kamp met zoveel kinderen en zwangere vrouwen- besloten zij en haar man om terug te keren naar Piraeus. Ze heeft drie kinderen: nog twee dochters van zeven en tien.

Maanden geleden vertrok het gezin uit Damascus. Haar man, die er ook bij is komen staan, werkte bij een autobedrijf, totdat het door een bom werd verwoest. Daarna kluste hij nog een tijd als monteur. Maar het eten werd schaarser en duurder, de scholen die nog overeind stonden gingen niet meer open en de dagelijkse angst was onverdraaglijk. Het gezin besloot de complexe oorlog, waarin geen enkel lichtpuntje aan de horizon te bekennen is, te ontvluchten. Bekijk hier een korte uitleg van de oorlog in Syrië. Het complete verhaal, aan de hand van ‘tien vragen die je nooit hebt durven stellen over de oorlog in Syrië’, lees je hier.

“Alleen mama is in Damascus achtergebleven”, zegt ze en aan haar moeder denkend, lopen haar ogen vol tranen. Dan hervat ze zich. “Het belangrijkste is dat de kinderen weer naar school gaan, laten we zeggen: over een jaar. Dat moet toch haalbaar zijn? ” stelt ze, want in Europa is het toch de gewoonste zaak van de wereld: een kind dat naar school gaat. Het is het enige wat ze vraagt en de drijfveer van haar tocht, waarvoor ze zelfs mama alleen heeft achtergelaten in Damascus, een stad die voortdurend onder vuur ligt. Aan haar ogen zie ik, dat de twijfel aan de haalbaarheid van haar plan genadeloos toeslaat. De deuren van Europa zijn dicht en terugkeren naar Syrië is onmogelijk.

Ik vraag de kleine jongen wat hij aan het schilderen is. En dan vertelt hij, wijzend op het karton, dat door de Ierse Shirley een paar uur geleden van een aftocht naar de ingewanden van de stinkende vuilcontainer gered werd.  Met een groepje van vijf was Shirley op eigen initiatief naar de haven gekomen, om de kinderen een paar uur te vermaken. Ze stond erop, ‘het kunstwerk’ op de zijkant van de logge metalen bak te plakken -de enige beschikbare plek in de wijde omgeving- met het door haar meegebrachte tape. Ik versta geen woord van wat de kleine schilder vertelt, maar aan zijn gezicht zie ik dat het een belangrijk verhaal is. Spannend ook.

Spannend is ook de situatie voor alle vluchtelingen in de haven van Piraeus. Nu, ruim twee weken later, is na de ontruiming van dok E3 waar ongeveer 900 mensen zaten, ook dok E2 ontruimd. “Veel mensen zijn al overgebracht naar de nieuwe kampen, maar er bestaat grote angst om achter prikkeldraad terecht te komen, zoals op de eilanden het geval is”, vertelt een vrijwilligster die Farsi spreekt. Ze komt dagelijks naar de haven om Afghaanse vluchtelingen van informatie te voorzien in hun eigen taal. Er werden bussen ingezet om de vluchtelingen naar Dock E1 en naar het schemerige pakhuis-die vooralsnog niet ontruimd zijn- te evacueren, maar ze raakten in paniek, bang om toch naar een kamp afgevoerd te worden. “Ik heb hen toen vertelt dat ze ook hun tentje kunnen oppakken en er zelf heen kunnen lopen. Dat voorkomt dan een hoop onrust. Een ander probleem is dat nog niet alle nieuwe kampen klaar zijn om al vluchtelingen op te kunnen vangen”, vertelt de vrouw. Even later staat ze in het middelpunt van een groep Afghanen, om hen de nieuwste ontwikkelingen door te geven. Een paar minuten later hoor ik wat er te gebeuren staat: een mannenstem met een Grieks accent roept luid: “The busses are coming!” Er zullen weer mensen geëvacueerd worden.

In het epicentrum van deze uiterst onrustige situatie, staat de Syrische Sahar onder een afdakje op de kade. Ze is onderwijzeres en onlangs zette ze een schooltje op, waar ze  20-30 kinderen Engelse les geeft. “Het is vreselijk triest dat we hier zijn”, zegt de tengere vrouw, die met haar gezin de oorlog in hun thuisland ontvluchtte. “Maar we kunnen niet bij de pakken neer gaan zitten. Ik moest iets doen en dit is wat ik kan. Als ik straks naar een van de kampen zal moeten gaan, hoop ik meer onderwijskrachten te vinden, zodat we het samen nog beter kunnen aanpakken. De kinderen hebben al te lang geen onderwijs gekregen”, vertelt ze met een bezorgde frons.

“Kijk eens wat ik vandaag heb gekregen?” , vraagt Sahar dan met een stralend gezicht. In haar hand heeft ze een educatief spel voor kinderen, om de Engelse taal te leren. “Dit is precies wat ik nodig had”, juicht ze, en voor even lijkt ze de hele misère in de haven te zijn vergeten.

 

IMG_4005a

 

6 gedachtes over “De kleine schilder

    • Het raakt iedereen die met de vluchtelingen in aanraking komt. Het is verrassend hoe optimistisch en veerkrachtig deze mensen zelf zijn. Ik vraag me vaak af hoe ik er zelf in zou staan, als ik alleen een dekentje of een iglotentje over had….

      Like

Geef een reactie op geertjespi Reactie annuleren